Op donderdag 15 juli was er een uitje gepland voor de bewoners van De Betuwehof en al vroeg in de ochtend was de verpleging in de weer om iedereen uit bed te halen. Niet alleen van het personeel, die dagdienst hadden, waren aanwezig, maar er werd van alle kanten hulp aangeboden. Vele handen maken licht werk en het liep dan ook gesmeerd. Dat het buiten regende, deerde niemand ; er hing een opgeruimde sfeer, een soort gevoel, of we met z'n allen op schoolreis zouden gaan. Er werd gepraat, geluisterd, overlegd en druk heen en weer gelopen, want het was toch wel een hele onderneming om niets te vergeten en alles in kannen en kruiken te krijgen. Het doel van de rit was Het Veerhuis, nostalgisch gelegen aan rivier de Rijn en misschien wel het mooiste plekje van Opheusden. Klokslag tien uur was iedereen gereed, het ontbijt hadden ze achter de kiezen, de medicijnen waren uitgedeeld, deze en gene werd nog gauw naar het toilet geholpen, maar toen zat een ieder dan ook netjes verzorgd en keurig gekapt te wachten op de dingen, die komen zouden. Het begon ondertussen steeds harder te regenen en Jasper, de manager en tevens chauffeur op die dag, zette eerst zijn pet maar eens op. Het gaf hem het uiterlijk van een opgeschoten kwajongen, maar dat was hij toch zeker niet, want iets regelen was hem wel toevertrouwd. De Betuwehofbus werd voorgereden, auto's werden klaar gezet, zodat de eerste groep bewoners weggebracht kon worden ; de rolstoelgebruikers in de bus en degenen, die nog goed ter been waren, konden meerijden in de auto's van het verplegend personeel. Daar gingen ze, rustig rijdend de dijk op. Ja, voorzichtigheid was geboden, ze hadden tenslotte een kostbare en kwetsbare "lading" . Hadden ze niets vergeten? Nee, hoor, niets vergeten ...... , dáchten ze! Het Veerhuis ligt op een steenworp afstand van De Betuwehof, dus het duurde niet zo heel lang, of Jasper parkeerde voor de tweede keer de bus op de oprit. Hij trok de klep van de pet nog iets dieper in zijn ogen, want de regenbui was overgegaan in een echte hoosbui. De dakgoot van het afdakje boven de achterdeur kon het vele regenwater niet verwerken en een dikke brede straal water kletterde vanuit de goot op de stenen stoep neer. Aron, het zoontje van zuster Mijnie keek er met ontzag naar. Op de vraag van Marja, of hij onder die "douche" wilde, schudde hij resoluut met zijn hoofd. De tweede groep bewoners was aan de beurt. Zuster Miranda bleef bij de enkele bewoners, die helaas niet mee konden, op de Betuwehof. Ze wuifde laconiek alle opmerkingen van haar collega's weg. Sneu vonden ze het voor haar, maar Miranda is niet zo sneu-achtig aangelegd. Lekker rustig toch, zei ze glimlachend. Met paraplu's boven het hoofd werden we samen met Arie en Pietje de Betuwehofbus ingereden. Jasper controleerde alle veiligheidsgordels, die aan en om de rolstoelen zaten nog eens secuur, want rollende rolstoelen door de bus, daar hield hij niet van. Toen zei Arie opeens : Zullen ze mijn beker wel hebben meegenomen. Zuster Elly nam meteen een besluit en holde al door de stromende regen weer naar binnen en kwam even later terug met in haar ene hand de beker van Arie en in de andere hand een blik verdikkingsmiddel. Deze stond er ook nog, dus die heb ik ook maar meegenomen, zei ze kordaat. Jasper kroop achter het stuur en ook voor ons begon de rit naar Het Veerhuis. Net toen we boven aan de dijk waren en Jasper de scherpe bocht richting Het Veerhuis wilde maken, zag hij, dat Bert wenkte, dat we moesten wachten. Door het geopende kantoorraam riep Bert : Bericht vanuit Het Veerhuis, dat het verdikkingsmiddel was vergeten. Zuster Elly stak, grijnzend van oor tot oor, het blik omhoog. Het was oké ...... , tja, als we Elly ook niet hadden 🙂 We konden verder en Jasper manoeuvreerde de bus als een volleerd vrachtwagenchauffeur de dijk op. De ruitenwissers deden hun taak, maar konden het ternauwernood aan. Gelukkig was de bui al een stuk minder heftig, toen we arriveerden bij Het Veerhuis.De lucht was grijs en het water in de Rijn was grijs, maar binnen was een gezellige sfeer van saamhorigheid. De schemerige verlichting hielp daaraan mee, al vonden sommige bewoners het net iets te donker. Er werd koffie en thee geserveerd en een schaal met heerlijke stukken taart werd de bewoners voorgehouden. Was het te groot? Ook daar was op gerekend en een doosje soesjes kwam voor de dag, waar onder andere mevrouw Van V. dankbaar gebruik van maakte. Mevrouw Z. zei na de eerste hap van de taart tegen zuster Wilma : Eet jij de rest maar op. Dat is ook zo´n lief mensje, ze gunt het een ander gewoon. Alle zusters, die erbij waren en ook Jasper deden hun best om de bewoners het gevoel te geven, dat ze erbij hoorden. Er werd een praatje gemaakt, er werd gevraagd, of het goed ging, of ze het naar de zin hadden en er werd zelfs al over een volgend uitstapje gesproken. Of mevrouw K. en mevrouw H. het naar hun zin hadden, hoefde niemand te vragen. De pretlichtjes in hun ogen zeiden genoeg. Och, door de regen kon een ritje met de pont heen en weer over de Rijn niet doorgaan en de viswedstrijd, die we met mevrouw D.
zouden gaan houden, ook niet. Gelukkig ook maar, het was een grapje tussen ons. Het liep richting twaalf uur en na nog een glaasje drinken, was iedereen tevreden over het uitje en werd het tijd om terug te gaan. Zoals mevrouw H. het in haar dorpse taaltje zei : "We goan noar huis, tis lang zat gewes". En zo was het maar net, het was fijn, het was gezellig en we hebben genoten! Met dank aan Administratiekantoor Jan van Eldik uit Rhenen, die dit allemaal heeft gesponsord en samen met zijn vrouw Marga heeft bedacht. Geweldig toch? Jan en Marga, heel, heel hartelijk bedankt voor dit bijzonder geslaagde uitje naar Het Veerhuis !! Ook iedereen bedankt, die de zorg voor de bewoners op zich hebben genomen. Het was TOP!!
Reactie plaatsen
Reacties